DOVO-prominenten kandidaat voor opvolging Calderwood: 'Ik zeg niet zo maar blind ja'

Beiden hebben een langdurige band met DOVO. Oostermeijer maakte veertien jaar lang deel uit van de A-selectie en was een kleine twintig jaar geleden al eens een seizoen hoofdtrainer van de club. De laatste club waar hij die functie uitoefende was plaatsgenoot De Merino's. Sinds de zomer van 2018 heeft hij geen club meer.

Jan Gaasbeek debuteerde als 14-jarige al in het eerste van DOVO en verkaste een jaar later naar AZ'67. Daar maakte hij in 1980 het landskampioenschap mee. Toen hij 21 was keerde hij terug bij DOVO om weer twee jaar later opnieuw prof te worden, nu bij FC Twente. Na vijf jaar Enschede stapte hij over naar NAC, waar hij nog zes seizoenen onder contract stond. Momenteel is hij trainer van 3e klasser SKV uit Wageningen.

"Ik zou er wel voor in zijn, maar ik ga sowieso niet solliciteren bij DOVO", laat Gaasbeek weten. "Ik heb net bijgetekend bij SKV. Als ze me willen, moeten ze maar bellen." Henne Oostemeijer staat ook niet op voorhand te popelen. "Ik lees natuurlijk ook wat daar allemaal gebeurt. Ik zeg niet zo maar blind ja tegen DOVO."

Het is al ruim een jaar onrustig bij DOVO. Dat begon met het ontslag van Gert Kruys in november 2019 en eindigde afgelopen weekend na een ware soap met het vertrek van Scott Calderwood. "De manier waarop DOVO in het nieuws komt gaat me aan het hart. Er gebeurt veel te veel", zegt Henne Oostermeijer." Natuurlijk is het een moeilijke tijd doordat je sponsors verliest, maar daar heeft elke club last van."

Jan Gaasbeek volgt het ook, en is niet verbaasd. "Het moest daar een keer mis gaan", zegt hij. "Het was de laatste jaren een komen en gaan van spelers. Hoeveel geld denk je dat dat kost?" Mocht de oud-prof benaderd worden voor de trainersfuncctie bij zijn oude club, is een ding voor hem duidelijk. "Er moet weer een herkenbaar DOVO komen, met veel zelf opgeleide, Veenendaalse jongens. En met hooguit vier, vijf écht goeie spelers van buitenaf."

Dat lijkt ook precies waar de club op aanstuurt. Eind vorig jaar werd duidelijk dat er fors bezuinigd moest gaan worden op de A-selectie. En er moet meer ruimte komen voor zogeheten 'eigen jongens', voetbaljargon voor spelers die al hun hele leven bij de club zitten. Dat dat invloed heeft op de sportieve ambities neemt de club voor lief. De wens om naar de tweede divisie te promoveren werd ingeruild voor de hoop om niet uit de derde divisie te degraderen.

"De ideeën en de plannen moeten realistisch zijn", zegt Oostermeijer daarover. "Je kunt wel zeggen dat je in de derde divisie wilt blijven, maar als bijna je hele A-selectie vertrekt wordt dat een lastig verhaal. Ik zou eerst heel duidelijk willen horen wat ze willen en kunnen. Er moet realiteitszin zijn." Jan Gaasbeek denkt er precies zo over. "Het moet heel duidelijk zijn welke weg ze willen inslaan."