Vertrekkende Goes laat FC Utrecht goed achter: 'Structureel drie of vier zelf opgeleide spelers in het eerste'

De overstap van Goes naar Israël komt bepaald niet uit de lucht vallen. "Ik heb daar een paar jaar geleden vanuit de UEFA de coachopleidingen van de Israëlische bond doorgelicht. Daarom wilden ze me drie jaar geleden al hebben, maar toen had ik mijn ja-woord al gegeven aan FC Utrecht", vertelt Goes. De bond drong aan, hield Goes zelfs voor dat er nog geen handtekeningen gezet waren. "Ik heb ze gezegd dat mijn ja-woord dezelfde waarde had als een handtekening."

Dat de bond nu opnieuw bij hem aanklopt, beschouwt Goes als een groot compliment. "Ze zijn bij me teruggekomen, dat zegt veel." De baas van de voetbalacademie van FC Utrecht kijkt ernaar uit om in het relatief kleine voetballand aan de slag te gaan. "Ze hebben daar maar 40.000 geregistreerde voetballers, maar ze zijn erg ambitieus. En er zit daar erg veel talent."

Dat resulteerde de afgelopen jaren echter nooit in de kwalificatie voor een groot toernooi. "Alleen de O17 bereikte in 2017 het EK. We gaan enorm veel energie stoppen in de aandacht voor de toptalenten zowel bij de clubs als bij de bond. Ze hebben dat laatste zetje nodig in zowel de individuele begeleiding als de ontwikkeling van teams."

Het zal wel een overgang worden voor Goes, dat beseft hij zelf als geen ander. "Bij een club ben je dagelijks met spelers aan de slag. Maar directe invloed bij nationale teams uitrollen is ook mooi", aldus Goes, die al een periode bondscoach was in Estland en ook als technisch manager werkzaam was bij de KNVB. "Maar als technisch manager heb je nog heel veel lagen boven je. Nu word ik technisch directeur. Dan ben je eindverantwoordelijk."

Toch zal Goes zich niet opstellen als 'de baas'. Met al zijn ervaring in Estland, bij CSKA Moskou, PSV, de KNVB en bij FC Utrecht heeft hij namelijk één ding wel geleerd. "Je hebt alleen succes als je het samen doet. Je moet er niet als een ouderwetse leider boven gaan staan. Dit vraagt ook nieuw leiderschap."

Een week voordat Goes definitief 'ja' zei tegen Israël, leek alles al in kannen en kruiken. Op het laatste moment sloeg echter de twijfel toe. "New York City benaderde me opnieuw en die waren ook heel serieus. Ik had daar in november ook al zes gesprekken gehad met verschillende mensen. Die hadden een erg sterk verhaal. Ik heb dat toen afgezegd omdat ik niet tijdens het seizoen bij FC Utrecht wilde vertrekken."

Hoewel de club, onderdeel van een conglomeraat waarvan ook Manchester City deel uitmaakt, een tweede poging waagde, sloeg de weegschaal voor Goes door naar Israël. "Het was lastig, ik had echt keuzestress. Want ook New York City is een professionele academie met heel veel talenten en mogelijkheden. Uiteindelijk heb ik toch gekozen voor Israël omdat ik daar eindverantwoordelijk ga worden voor het technische beleid."

Daarbij speelde ook Goes' privéleven een rol. "Israël is vier uur vliegen en één uur tijdsverschil met Nederland. New York is acht uur vliegen en zes uur tijdsverschil. En als ik straks in Israël werk mag ik elke maand een paar dagen naar huis."

Eén ding wil Goes benadrukken: dat hij in gesprek ging met andere partijen, wil niet zeggen dat hij weg wilde uit Utrecht. "Ik heb het hier goed naar mijn zin. Maar dit is een mooie nieuwe uitdaging. Ik heb echt gemengde gevoelens bij mijn vertrek. Ik ben namelijk best trots op hetgeen ik de afgelopen drie jaar met mijn staf heb neergezet."

Met Goes als manager van de Academie zette de club een grote stap in het begeleiden van toptalenten. Wat daarbij erg belangrijk was, was de aanstelling van een Head of Coaching. "Iemand die de coaches coacht, dat is uniek in Nederland", stelt Goes. "Doordat wij op die manier de coaches beter hebben gemaakt, hebben onze bovenbouwteams ook grote stappen gezet." Goes roemt daarbij vooral de lichting die in het seizoen 2019/2020 de O17 vormde. "Die ploeg was landskampioen geworden als corona er niet was geweest."

De FC Utrecht Academie moet de komende jaren, ook als Goes er niet meer bij is, zijn vruchten af gaan werpen in de A-selectie. "Op dit moment spelen Gyrano Kerk, Bart Ramselaar en Tommy St. Jago al in het eerste. Maar Silian Mokono en Denzo Kasius, die nu verhuurd is aan Volendam, zijn ook Galgenwaard-waardig. Ruben Kluivert, Reda Akmum, Davy van den Berg en Jeredy Hilterman komen eraan en in de O19 hebben we Mees Rijks en Aurelio Oehlers."

Maar zij zijn niet de enigen, benadrukt Goes. "Er hebben nog heel veel spelers de potentie om op termijn aan te sluiten bij de A-selectie. We willen dat er structureel drie of vier jongens die van de Academie komen basisspeler in het eerste zijn."