Zwemster Van Rouwendaal met extra wapen op jacht naar tweede goud

© Orange Pictures
SOEST - Een podiumplek is het doel, maar ze droomt van haar tweede gouden medaille. Zwemster Sharon van Rouwendaal uit Soest duikt op woensdag 4 augustus in de baai van Tokio als titelverdedigster op de 10 kilometer het open water in. "Het is niet zo dat winnen verslavend is voor mij. Maar het maakt deze sport wel leuk."
Van Rouwendaal (27) bereidt zich in de Japanse stad Kumamoto, op zo'n 1200 kilometer van Tokio, met de trainingsgroep van de Duitser Bernd Berkhahn voor op de Olympische Spelen. Van Rouwendaal mag als enige openwaterzwemster al deze week haar intrek nemen in het olympisch dorp, omdat ze in de eerste week van de Spelen ook in actie komt in het zwembad. De olympisch kampioene van Rio 2016 in het open water gebruikt de 200 meter rugslag als 'wake-upcall' voor haar lichaam. Een week later moet het voor haar gebeuren in het Odaiba Marine Park.
"Twee jaar geleden werd ik tiende op het WK. Toen keken die andere vrouwen niet meer naar me om. Nu zullen ze allemaal weer naar mij kijken", zegt Van Rouwendaal, die in mei bij de EK in Boedapest goud pakte op de 5 en 10 kilometer en nu als favoriete voor het goud naar Tokio gaat. "Dat is wel een nadeeltje, iedereen houdt me weer in de gaten."
Van Rouwendaal heeft zware trainingsweken achter de rug. Ze verbleef ruim vijf weken op hoogte in de Sierra Nevada en in Andorra. "In totaal heb ik tijdens deze stage bijna 500 kilometer gezwommen, maar ik voelde me daarna zó sterk." Tussendoor deed Van Rouwendaal ook nog 'even' mee aan het open Spaans kampioenschap. Het was vooral bedoeld om de Braziliaanse Ana Marcela Cunha, een concurrente voor het goud in Tokio, een mentaal tikje te geven.
Ik dacht: ze moet maar een keer verliezen
Coach Philippe Lucas
"Zij zwemt de laatste tijd heel goed en ik dacht: ze moet maar eens een keer verliezen. Op Instagram had ze een filmpje geplaatst waarop ze na het open Italiaans kampioenschap het water uitliep alsof het geen enkele moeite had gekost. Toen dacht ik wel: in Spanje moet ze dan maar kruipend het water uit komen, eens kijken hoe sterk ze is. Maar goed, misschien heb ik haar nu alleen maar bozer gemaakt."
Van Rouwendaal versloeg Cunha in de sprint, een nieuw wapen van de zwemster die voorheen vaak won na een lange solo. "Ik heb nu ook op het einde veel snelheid en kan het dus op een sprint aan laten komen." Het is het resultaat van haar opvallende verhuizing. Vorig jaar verliet Van Rouwendaal de Franse coach Philippe Lucas, die haar in Narbonne jaren had afgebeuld, voor Berkhahn die in Maagdenburg met een wetenschappelijke aanpak succes heeft. "Ik train niet minder dan onder Philippe, maar wel anders. Niet meteen volle bak, maar via een rustige opbouw. En ik let veel meer op mijn techniek en houding in het water."
Hard trainen, dat doet Van Rouwendaal al jaren. Zo lang ze aan de top staat, blijft dat voldoening geven. "Trainen heb ik altijd leuk gevonden. En nu zelfs heel leuk. Na de Spelen ga ik ook sowieso nog 1,5 jaar door, ik ben pas net begonnen in Duitsland. En als ik het dan nog steeds leuk vind, bekijk ik of ik door wil tot Parijs 2024. Zo lang ik het podium blijf halen, ga ik wel door. Want daar doe ik het allemaal voor. Het podium in Tokio zou heel mooi zijn. En mijn droom is goud."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.