Baambrugger Dirk de Groot reed 25 jaar geleden de Tocht der Tochten: 'Een kwestie van overleven'

BAAMBRUGGE - Op 4 januari 1997, exact 25 jaar geleden, werd de laatste Elfstedentocht gereden. Eén van de velen die de Tocht der Tochten destijds uitreed was de inmiddels 69-jarige Dirk de Groot uit Baambrugge. De Groot stuurde ons zijn verhaal, dat we te mooi vinden om niet te publiceren.
De Tocht der Tochten van Dirk de Groot
Mijn startkaart heeft nummer 4394, een relatief laag nummer. Dat kan niet anders betekenen dat je al jaren lid bent van de vereniging De Friesche Elf Steden. Rijdend lid wel te verstaan. Ik ga 25 jaar terug in de tijd. Het is vandaag 4 januari 1997. In 1985 en 1986 had ik ook al het recht om mee te doen aan de Elfstedentocht. Daar kon ik, door mijn werk in het Midden Oosten, echter geen gebruik van maken. Nu moet het gebeuren.
Vrijdag voor de kerstdagen begon het te vriezen. Slechts een tocht van 90 en van 65 kilometer op natuurijs heb ik afgelopen week in de benen zitten. Dat is niet veel. Hoewel, die laatste tocht van 65 kilometer, reed ik twee dagen voor de Elfsteden zonder al te veel problemen in en rond de Botshol. Enkel op de stukken wind tegen had ik het wat koud in het kruis, daar moest nog wat aan gebeuren.
Slapen die nacht, vergeet het maar
Terwijl ik donderdag schaatste op de Botshol hoorde ik voorzitter Henk Kroes van De Friesche Elf Steden zeggen, het gaat door. Nu, twee dagen later moet het gebeuren. We slapen met een groep schaatsers uit Baambrugge bij een saunabaas, midden in het centrum van Leeuwarden. Er wordt, zittend in de sauna, als avondeten boerenkool met worst gegeten, het fundament voor de tocht van morgen. Slapen die nacht, vergeet het maar. Kling, kling, kling, gaat telkenmale de voordeurbel van het saunabedrijf.
Rond twaalf uur loopt plots een kat tussen de op de zolder "slapende" schaatsers, en nog iets later moet zo nodig de dochter des huizes zich op het toilet van de schaatsers optuigen voor de nacht van Leeuwarden. Moeder verontschuldigt zich nog met de woorden van puberaal gedrag of iets dergelijks, maar slapen nee dat komt er niet meer van. Het is kwart voor vier. Jan, nota bene een schaatser die pas om half tien mag starten krijgt het op zijn heupen, staat met een luide kreet op en hopt met zijn slaapzak door de kamer. Iedereen is direct wakker.
Het Eind Hout
De dag is begonnen, de laatste voorbereidingen voor de tocht der tochten. Nu moet alles kloppen. Alles moet gebeuren wat er moet gebeuren. Alle materialen moeten aangetrokken worden of meegenomen worden. Niets mag je nu vergeten. Gelukkig heb ik de avond ervoor alles in de juiste volgorde klaar gelegd. Eerst vraag ik mijn buurman twee thermopleisters op de rug te plakken. Die tip heb ik van Anco gekregen. Ik heb Anco als bedrijfsarts van het arboteam, waar ik als veiligheidsdeskundige bij werk, voor aanvang van de tocht nog snel even geconsulteerd.
Die thermopleisters moet ik ook nog ergens anders plakken van Anco
Je kunt het rijden van zo'n tocht best als werk beschouwen. Een beetje bedrijfsarts moet je kunnen adviseren over arbeid onder extreme omstandigheden. Die thermopleisters moet ik ook nog ergens anders plakken van Anco. De details daarover zal ik uw besparen evenals het moment dat ze weer verwijderd moesten worden. Maar Anco had nog een andere tip. Terecht verwees hij mij door naar medeteamlid Michelle, de bedrijfspsycholoog. Je kon immers maar niet weten.
Hoe zit het bij Dirk de Groot tussen de oren? Hij is wel lid van de Friese Elfsteden Vereniging, maar nu moet er gepresteerd worden. Ook Michelle krijg ik nog aan de telefoon. Haar hulpverlening, of liever gezegd adviezen, is eenvoudig. Dit keer geen onnodig intakegesprek, nee, direct recht voor zijn raap het antwoord van de psycholoog. Michelle noemde het later de "eind hout methode". Na het telefoongesprek weet ik precies wat me in de bovenkamer stond te wachten. Dat eind hout van Michelle zou me van tijd tot tijd er wel weer bovenop helpen.
Het ijs op
Ja en dan begint het. Rick Nieman van RTL, die de groep Baambrugse schaatsers 's morgens in beeld brengt, heeft zijn werk gedaan. Ook hij heeft zijn plaatjes kunnen schieten van schaatsers die wakker worden en dikke boterhammen met spek eten. Rick en cameraman lopen mee van de sauna, door de stad Leeuwarden, naar de starttent achter het FEC gebouw.
Met Bertus, de onvolprezen groenteboer van Baambrugge, sta ik in het starthok voor de nummers 4000 t/m 4999. Om twintig over zes gaat voor ons het hek open, de tocht begint. Rick volgt nog met de camera. Hij schiet zijn plaatjes van vertrekkende schaatsers. Dan is er voor Rick nieuws, Erica Terpstra staat bij de uitgang. Rick laat de schaatsers de schaatsers en ontfutselt Erica enkele markante woorden. Ondertussen loop ik met Bertus richting Zwette. De schaatsen zijn in no-time aan, het avontuur begint.
Dit zijn risico's die onaanvaardbaar hoog zijnn
De eerste slagen richting de verlichte brug, het gaat prima. Maar dan komt mijn veiligheidskundig geweten. De duisternis omklemt mij. Het is een schimmenspel. Bertus rijdt slechts vier schaatsers voor mij, maar ik kan hem nauwelijks volgen. Links en rechts snellen andere schaatsers mij voorbij. Dan een schreeuw, er valt er weer eens een. Nee, uit veiligheidsoogpunt gezien is dit niets. Dit zijn risico's die onaanvaardbaar hoog zijn.
Koppel ganzen
Ik reduceer het tempo, ga rustig rijden, let goed op mijn voorgangers. Rijden zij in een scheur, dan ontwijk ik die. Het gaat prima, de wind blaast mij richting Sneek. Het is daar gezellig, vooral bij de twee kluunplaatsen in Sneek. IJlst volgt. Daarna het Slotermeer op. Het wordt licht en op dat moment zie ik rijen schaatsers. Ze rijden allemaal de zelfde kant op. Er wordt niet gesproken.
Ik krijg het idee van een koppel ganzen die naar het zuiden trok. Een vreemde gewaarwording is dat daar op het Slotermeer. Zijn dit mensen? Is dit een soort volksverhuizing? En hoeveel schaatsers zijn er wel niet onderweg? Voor me zieg ik dat lint, oneindig lang. Achter mij zal het ook wel zo zijn. De stad Sloten ben ik door voor ik er erg in heb.
Wind tegen
Tot Stavoren is er niets aan de hand. Eigenlijk heb ik tot Stavoren ook nog niet geschaatst, de wind is telkens mee. Bij Stavoren draai ik de knop om, nu moet er gewerkt worden. Tot Dokkum aan toe, heb ik al berekend, zal het wind tegen gaan worden. Maar eerst richt ik mij maar op Bolsward, dan heb je er immers zo'n honderd kilometer op zitten, dat is de helft.
Vanaf Stavoren heb ik al snel in de gaten dat de enige manier om in Dokkum te komen was in groepen rijden. Schaatsers bij elkaar, elkaar uit de wind houden en om en om een stukje kopwerk nemen. Deze methode noem ik de methode van overleven. Het is een goede oplossing voor de methode van collega Michelle. Anders zou ik met dat "eind hout" te maken krijgen. Ook de pleisters van Anco werken goed. Er straalt warmte vanaf. Ja, als er maar een team achter staat dan klaar je dit soort klussen wel.
Als er maar een team achter staat dan klaar je dit soort klussen wel
Ergens bij Hindeloopen of Workum halen Daan en Henny mij in. Deze twee, ook lid van de IJsclub Baambrugge, zijn tegen de klok van zeven uur vertrokken uit Leeuwarden. Dat ze mij nu pas inhalen verwondert mij eigenlijk wel. Beide cracks schaatsen normaal veel sneller dan ik. En ik heb het voor mijn doen rustig aan gedaan. Immers, tot twaalf uur vanavond heb ik de tijd. Maar dan, dan begint het langzaam tot mij door te dringen. Eerst moet ik Franeker halen, dat lukt. Bij de vooraf afgesproken fouragepost van IJsclub Baambrugge tank ik mij weer helemaal vol met energie, ik kan er weer tegenaan!
Rekenen tussen Franeker en Bartlehiem
Aan het laatste klusje richting Bartlehiem - Dokkum begin ik om circa half drie. Na Franeker wordt het land vlak, de vaarten worden recht. De de toeschouwers staan er soms en de tijd, hij tik maar door. De wind blijft maar tegen. Af en toe maak ik een klein rekensommetje. Hoe hard zouden we nu in zo'n groep schaatsen? Is het tien kilometer per uur? Voor mij gevoel gaat het zo langzaam. Maar dat kan niet, dan zou je over een stuk van ruim 200 kilometer 20 uur doen.
Eindelijk, na kilometers wind tegen, hoor ik zingen. In de verte moet dat zijn. Aan de horizon schijnen lampen. Het is het dorp van drie huizen en een brug: Bartlehiem. Onder luid gezang draaien we de Dokkumer Ee op. De Finkumervaart en al die andere eindeloze vaarten zijn voorbij. Direct na Bartlehiem valt de duisternis definitief in. In het begin zien we nog schaatsers met een rotgang terugkomen uit Dokkum weldra zullen ook wij daar schaatsen. Met Henny en Daan bereiken we vlak voor zessen Dokkum. Slechts vijf minuten rust gunnen we ons.
De laatste kilometers gaan als het ware op de tast
Dan de laatste kilometers. De zaklamp komt uit de rugtas. Lekker met de wind mee richting Bartlehiem. Dat gat vanzelf. Direct na Bartlehiem gaat het mis. We dachten wind mee te hebben, maar het is weer wind tegen. Ook dat probleem overwinnen we, immers Leeuwarden is in zicht. Nog een geheime controle, nog acht kilometer zo vertelt men ons. Het is aardedonker. De zaklamp komt goed van pas. Zo zie ik ook juist op tijd de witte sneeuwwal waar ik pardoes in rijd. Maar de heftige armbeweging die volgt, is er waarschijnlijk de oorzaak van dat de zaklamp vanaf dat moment elke dienst weigert.
De laatste kilometers gaan als het ware op de tast. Nog vier, nog drie, nog twee kilometer. Plots klinkt er weer een geschreeuw. Henny rijdt pardoes de wallekant op. Die Friezen onder leiding van Henk Kroes hebben wat lampen bij de aankomst verkeerd opgesteld. Het felle licht over het vlakke land vanaf de Bonke verblindt je compleet. Je ziet niets. Henny is een van de slachtoffers. Het loopt goed met hem af hij schaatst alweer.
Het klusje is geklaard
En dan, dan is er die laatste bocht, je schaatst de Bonke op. Een lang recht eind van zo'n 800 meter. Je weet dat je het haalt. Je geniet van de laatste meters. Je steekt je armen omhoog. Je bent voor jezelf een kampioen. Je hebt het klusje geklaard, de tweehonderd kilometer zitten erop. Je passeert de finishstreep. Je klimt het houten plankier op richting laatste stempelpost. Daar staat keurig Rick Nieman van RTL te wachten. Je meldt je bij hem.
Je bent voor jezelf een kampioen
Enkele ogenblikken later mag je tegen RTL-kijkend Nederland zeggen "Het is een kwestie van overleven". 's Avonds heel laat, om kwart over een, stap je in Baambrugge uit de auto. Als een oude man krom van de spierpijn vangt je echtgenote je op. De voorzitter van de IJsclub heeft al een ?es gebracht. De verhalen beginnen, de Elfstedentocht zit erop. Thuis was mijn binnenkomst al op de buis gezien.

Maandagochtend bloemen van collega's van het Arboteam, zij stonden er achter bij deze bijzonder vorm van arbeid, het schaatsen van de Tocht der Tochten. Die maandagavond worden de Baambrugse en Abcouder Elfsteden uitrijders gehuldigd tijdens de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie in het dorpshuis De Vijf Bogen. Nu vijf en twintig jaar later heb ik er wel weer zin om de tocht der tochten te schaatsen. Het eind hout zal ik ook dan weer nodig hebben, maar met het startnummer 4394 mag ik dan al in de eerste groep toerrijders vertrekken.
Dirk de Groot was één van de in totaal 29 schaatsers uit Abcoude en Baambrugge die de Elfstedentocht in 1997 voltooide. Na de tocht was hij jarenlang voorzitter van de IJsclub Baambrugge. Inmiddels is hij gepensioneerd, maar nog wel hoofddocent natuurijsmeester van de KNSB.