Bunschoter botters borgen oorlogsslachtoffers tijdens WOII

© Pim van Steijn
BUNSCHOTEN-SPAKENBURG - De botters in Bunschoten-Spakenburg staan symbool voor de visserijgeschiedenis van het dorp. Ook tijdens de oorlog visten de schippers volop, maar de botters hadden destijds ook een andere, minder bekende functie: het bergen van oorlogsslachtoffers.
Arie ter Beek, directeur van Stichting Centrum voor Erfgoed & Cultuur in Bunschoten, onderzocht de rol van botters in de Tweede Wereldoorlog. "Over deze kant van het vissersleven tijdens de oorlogsjaren is voor onze gemeente nog nooit iets vastgelegd."

IJSSELMEER

De vondst van een oorlogsslachtoffer door een botter gebeurde voor het eerst op 22 mei 1942. Jan Zijl is samen met zijn knecht Klaas de Graaf op zijn botter BU71 rond 10 uur 's ochtends aan het vissen op het IJsselmeer, als hij een voorwerp ziet drijven. Hij denkt dat het een lijk is en zijn vermoeden wordt bevestigd.
Samen met zijn knecht en de bemanningsleden van de BU65 die in de buurt zijn haalt hij het lijk uit het water. Volgens de voorschriften moesten lijken destijds in een zeil buitenboord gehangen worden. Dat doet Zijl, waarna hij terugvaart naar Spakenburg.

REGINALD PERCY WORTHY

Als hij daar rond 17 uur aankomt, wordt hij aangehouden door een stel marechaussees. Die maken een proces-verbaal op en zorgen ervoor dat het lijk aan wal komt. "Ondertussen arriveerde de lijkbaar. Daar werd het lichaam ingeschoven en toen hebben ze hem weggereden", aldus Ter Beek.
De volledige verklaring van Jan Zijl:

"Hedenmorgen, vrijdag den 22en Mei 1942, omstreeks 10 uur bevond ik mij met mijn botter BU 71 op het IJsselmeer binnen het Rijk in Europa, tusschen Spakenburg en Enkhuizen, ter plaatse genaamd "het Hart". Aldaar zag ik op het water een voorwerp drijven, waarvan ik vermoedde dat het een lijk was. Met mijn knecht Klaas de Graaf en met behulp van de bemanning van de BU 65, die in de omgeving was, heb ik het lijk uit het water opgehaald en aan boord van mijn botter genomen, waarna ik het volgens de voorschriften in een zeil buiten boord heb gehangen, zooals u thans nog kunt zien. Het lijk dat ik hier buiten boord heb hangen, is het lijk dat ik heden morgen heb opgehaald en waarvan ik u in mijn verklaring van zooeven sprak. Nadat ik het lijk aldaar geborgen had, ben ik met mijn botter stoomende aangevaren in de richting Spakenburg, waar ik omstreeks 17.00 uur hedenmiddag arriveerde."

Het lijk gaat naar ziekenhuis De Lichtenberg in Amersfoort. Aan de hand van een armband met zijn naam, een zegelring en een etui met vier familiefoto's wordt zijn identiteit achterhaald. Het gaat om de 27-jarige Reginald Percy Worthy, piloot bij Britse luchtmacht.

EERBETOON

In de nacht van 9 op 10 april 1942 vliegt Worthy in zijn Hampden bommenwerper over het IJsselmeer. Hij belandt in een luchtgevecht met een Duitse nachtjager, die hem rond kwart over twee uit de lucht schiet. Worthy stort neer en wordt dus anderhalve maand later door Jan Zijl gevonden.
Hij is de eerste van een vijftiental slachtoffers dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door Bunschoter botters is gevonden. Worthy ligt samen met nog veel andere slachtoffers op de Rusthof in Leusden.
Ter Beek zou graag willen dat alle verhalen van deze slachtoffers worden gebundeld. "In Eemnes is bijvoorbeeld al weer enige jaren geleden een boek verschenen waarin precies wordt beschreven welke vliegers op de een of andere manier een relatie hadden met Eemnes. Jammer genoeg is dat in onze gemeente nog niet gebeurd. Het zou een mooi eerbetoon zijn aan de mensen die hun leven voor onze vrijheid hebben moeten geven."
Bunschoter botters borgen oorlogsslachtoffers in WOII

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.